Op een heldere weekendmorgen stapten we op een trein vanuit het centrum van Kuala Lumpur en gingen we rechtstreeks naar een van de meest iconische bezienswaardigheden van Maleisië: de Batu Caves. De reis was soepel en gemakkelijk, de trein laat je afstappen op een korte wandeling van de ingang.
Omdat het weekend was, was de locatie druk met zowel toeristen als locals, wat bijdroeg aan de levendige sfeer. Bij het betreden van het complex probeerde een man ons naar links te sturen naar een kleinere grot-attractie, maar we hadden van tevoren gelezen en wisten dat dit een betaalde sectie was die de meeste bezoekers niet de moeite waard vinden. Gelukkig hebben we het overgeslagen en zijn we op het juiste pad gebleven, en we zijn zo blij dat we dat deden.
Daar waren ze: de levendige, regenboogkleurige trappen die naar de hoofdtempelgrot leiden, bewaakt door het torenhoge gouden standbeeld van Lord Murugan. De trappen opklimmen was een beetje een workout, maar met zoveel kleur en energie om ons heen, plus een paar ondeugende apen onderweg, voelde het als een deel van het avontuur.
Bovenaan opent de grot zich in een uitgestrekte en prachtige ruimte, gevuld met heiligdommen, offers en stralen licht die van boven naar binnen stromen. Ondanks de drukte was er een vredige energie binnenin, een plek waar natuurlijke schoonheid en spirituele traditie samenkomen.